Je hangt een massa aan een veer, rekt de veer uit en laat hem los. De massa wipt op en neer. Wat is hierbij de trillingstijd?
Niveau |
: |
Havo 4/5, VWO 3/4 |
Doel |
: |
Onderzoeken of de trillingstijd evenredig is aan de massa |
Nodig |
: |
|
Links |
: |
Inleiding
Hang je een massa aan een veer, dan rekt de veer uit. Trek je de massa daarna nog een stukje naar beneden en laat je los, dan gaat de massa aan de veer op en neer bewegen.
In dit experiment ga je na hoe de trillingstijd van een massaveersysteem afhangt van de massa.
Onderzoeksvraag
Is de trillingstijd van een massaveersysteem recht evenredig met de massa?
Opdrachten vooraf
1. Teken een veer met een massa eraan. Teken de krachten die op de massa werken. Zet de namen van de krachten erbij.
2. Hoe kun de veerconstante van de veer bepalen?
3. Je trekt de massa aan de veer vanuit de evenwichtsstand 2,0 cm naar beneden.
- Hoe zal de massa gaan bewegen?
- Schets het (u,t)-diagram van deze trilling.
Opstelling en werkwijze
4. Bepaal de veerconstante van den veer:
- meet de lengte van de veer;
- hang een massa aan de veer en meet opnieuw de lengte;
- herhaal deze meting met meer massa’s aan de veer.
5. Trek de massa 2, cm extra naar beneden en laat los. De massa gaat trillen. Bepaal de trillingstijd door de tijd van 10 trillingen te meten.
6. Door demping wordt de amplitude van de trilling steeds kleineer.
- Onderzoek of de amplitude van invloed is op de trillingstijd. Bepaal voor een amplitude van 1,0 cm, 2,0 cm, 3,0 cm en 4,0 cm de trillingstijd door steeds de tijd van 10 trillingen te meten.
Uitwerking
7. Bereken uit jouw eerste metingen de veerconstante C.
8. Beschrijf hoe je onderzocht hebt of de amplitude van de trilling invloed heeft op de trillingstijd. Wat was jouw conclusie?
9. Maak het (T,m)-diagram van jouw metingen.
10. Wat gebeurt er met T als m 3x zo groot wordt?
11. Beredeneer aan da hand van jouw grafiek of T en m recht evenredig zijn.
12. Voor een massa aan de veer geldt:
- Bepaal met behulp van een punt op jouw grafiek de veerconstante C van de veer.
- Vergelijk de gevonden waarde met de waarde voor de veerconstante die je bij
opdracht 7 gevonden hebt.
Geef antwoord op de onderzoeksvraag.